Vlees, poep en vliegen
Onlangs werd ik door een vriendin gewezen op een documentaire waarin een schokkend relaas zou worden gedaan over de vleesindustrie. Ik ben braaf gaan kijken, maar het enige schokkende dat ik kon ontdekken was een bedrijfscultuur waar Noord-Koreaanse bonzen hun vingers bij zouden aflikken. Dat ik niet echt geschokt was door de manier waarop er met vlees werd omgegaan, zoals het ondeugdelijk verwijderen van poep dat op het vlees is gekomen, zal wellicht te maken hebben met mijn ervaringen in de tropen.
Ooit, lang geleden, was ik vier maanden te gast bij een oud omaatje ergens op Noord-Sumatra, waar ik een leeronderzoek deed naar herbegrafenisrituelen. Elke dag aten we ‘s morgens, ’s middags en ’s avonds rijst met een visje of een ei, klaargemaakt door het omaatje, of de Batakse huisgenote waarmee ik een kamer deelde. Het smaakte heerlijk. Mijn aandeel in het huishouden was de afwas, maar ik wilde hen ook een keer een stukje Nederland laten proeven. Hutspot leek me een goed idee.
Ik ging naar de plaatselijke weekmarkt om wat spek te kopen en kwam bij een vleesverkoper, die lui achterover leunde in de middaghitte. Zijn voeten lagen naast een groot stuk vlees op een houten tafel. Met een stukje karton waaierde hij af en toe de vliegen van het vlees, wat mijns inziens getuigde van een goed gevoel voor hygiëne. Bij hem kocht ik een stukje spek, dat ik dacht te gaan uitbakken.
Nu had ik helemaal geen ervaring met het uitbakken van spek. Toen ik mijn vage ideeën daarover die middag in praktijk probeerde te brengen, werd door mijn huisgenoten nieuwsgierig gevolgd, hoe ik het vlees liet verkolen en daarbij de nauwelijks gaar geworden stukken wortel en aardappel door elkaar probeerde te prakken. Er werd even later heel beleefd iets van gegeten. Het was me wel duidelijk dat mijn vleesbehandeling niet erg duurzaam was geweest en ik zou gedurende mijn verdere verblijf bij de afwaskwast blijven.
In de documentaire was ook sprake van het sjoemelen met de herkomst van ‘duurzaam’ vlees. Wat dat betreft zat het mijn aankoop van destijds wel snor. Het gulle varken kwam zo uit de hemelse modder van Noord-Tapanuli en was uit zichzelf groot gegroeid op een dieet van eerlijk afval en eerlijke (mensen)poep. Om je vingers bij af te likken, toch?
Die vriendin heeft dan ook nog kinda smetvrees.
Heeft die krakerspandkeuken waar de ratten over het aanrechtblad wegschoten wanneer je het waagde er een voet binnen te zetten helaas niets aan kunnen veranderen… 😉
Els.
Haha, ja, dacht ik wel. Daar komt de rat uit de mauw.