Tweedehands spraak
Als ik een tweedehands object, zoiets als een fiets of een auto wil kopen, betrap ik me er soms op dat ik bij de onderhandelingen de z als een s uitspreek. ‘Het sadel siet er niet so goed uit.’ Waarschijnlijk is dat in een poging mij onbedonderbaar te maken. Ik klink dan als een vrouw van het volk, als iemand waarmee niet te sollen valt. Tenminste, ik denk dat ik dat ‘denk’, want het gebeurt onwillekeurig.
Als ik het ‘goed’ wil doen, moet ik natuurlijk al beginnen met ‘sit je me nou te sieken?’ Maar dat is dan weer een brug te ver. Ook tegen banden schoppen doe ik allang niet meer.
Overigens krijgen verkopers, ziende dat ik het sjacheren niet machtig ben, vaak al zoveel medelijden met me, dat ze hun waar bijna gratis van de hand doen.
Zou dat deerniswekkende koopgedrag ook kunnen werken bij bijvoorbeeld tiendehands financiële producten? ‘Sit je me nou te sieken, Goldie? Je siet toch dat dat uitgewoonde producten sijn? Hoe ben je er eigenlijk aangekomen?’
Maar nee, deernis is niet aan iedereen gegeven, zeker niet aan de echte sjacheraars, die allang naar de bancaire bovenwereld zijn gepromoveerd. Laat ik me maar niet in de handel van wat dan ook vertonen. Ik mag al blij zijn als ik niet over mijn eigen tong val.