Spring naar inhoud

Piep

In het fitnesscentrum ben ik doende mijn armen op te pompen. Op mijn leeftijd komt de lek erin, maar het is te proberen.
Tijdens het duwen heb ik uitzicht op drie achterwerken van mensen die zich op de loopbanden hebben begeven. De middelste is zeer omvangrijk en behoort aan een vrouw van middelbare leeftijd. Ze zegt tegen de man rechts van haar: “Deze band piept ook al, als ik er op loop.”
“Misschien moet ie gesmeerd worden,” reageert de man.
“Neenee, die andere gaan ook piepen als ik er op loop.”
“Misschien zijn het je knieën,” oppert haar linker buurman dan.
Daarna is het weer stil, op het piepen na. Ik verplaats me maar eens naar de abdominal crunch.

Waanklontjes

Mijn moeder denkt dat mijn vader is teruggekeerd. Hij woont achter de muur in de gang, is hertrouwd en heeft drie kinderen. ‘Dat kunnen ze tegenwoordig’ zegt mijn moeder, ‘als ze terug willen dan kan dat’. Maar het is wel illegaal. Dus zitten ze achter de muur en stelen ze geld van diegenen die legaal in leven zijn. Zo leeft mijn vader voort in een onderduikpositie, in een positie zoals mijn moeder hem tijdens de oorlog heeft leren kennen. Hij was voor de buitenwereld de oudste zoon van mijn moeders ouders, de oudste van elf kinderen (waar er voorheen maar tien waren). Zo bekeken was het huwelijk van mijn ouders incestueus. Maar ze zijn pas lang na de oorlog getrouwd, dus dat telt niet.
En nu zit mijn vader weer ondergedoken. En als hij op stap gaat, herkent mijn moeder hem in menige voorbijganger. ‘Dat was papa he?’ zegt ze dan. En elke ontkenning bevestigt haar gelijk.